Twee stenen platen
Preek voor zondag 16 maart 2025
Leerdienst Thora en Evangelie
De Regenboog te Nijverdal
Schriftlezingen: Delen uit de Parasha Ki Tisa over de twee stenen 'tafelen' waarop de Tien Woorden staan geschreven (Exodus 24:12; Exodus 31:18; Exodus 32:15-19; Exodus 34:1-4; Exodus 34:28-29)
Als we het vanavond over normen en waarden hebben, moeten we deze negatieve gedachten eerst eens even HELEMAAL uit ons hoofd zetten. Als het gaat over Bijbelse normen en waarden, over de regels van de Thora, de leefregels van de tien woorden, moet dat voor ons een feest zijn. Een grote vreugde. Als er één ding is, wat we van onze Joodse broeders en zusters kunnen leren is het wel: regels en wetten zijn geen last maar een lust. Eén van de belangrijke Joodse feestdagen heet ‘vreugde der wet’. In de synagogen wordt dan gedanst met de Thorarol in de hand. En als we denken dat Jezus er anders over denkt: Hij zegt in het evangelie dat Hij niet gekomen is om de wet te ontbinden. Niet gekomen om de geboden af te schaffen. Elke jota, elke tittel van de Wet blijft van kracht. Ook dat is evangelie. Jezus is ervan overtuigd dat de Wet heilzaam is. Dat de Thora een goede gave is, een geschenk van God. De Eeuwige Zelf heeft ons Zijn woord geschonken voor ons geluk, voor een vreugdevol leven met elkaar.
Over de aanbieding van dát geschenk van God aan de mensen gaat het in de parasha die gisteren in de synagoge en waaruit wij vanavond in de kerk hebben gelezen. Uit dit Bijbelgedeelte van Exodus 31 tot en met 34 heb ik de woorden gekozen over de twee stenen tafelen. Die woorden lopen als een rode draad door het gedeelte heen. De twee stenen tafelen, twee stenen platen zijn het bekende symbool voor Gods wetten en regels. Je vindt ze in vrijwel elke synagoge en ook heel vaak in kerkgebouwen afgebeeld. De tien geboden staan erop geschreven. Beter, vrolijker gezegd: de tien ‘woorden’.
Waarschijnlijk waren die twee stenen platen geen kleitabletten. In de oudheid, toen er nog geen papier of perkament bestond, werden kleitabletten gebruikt om dingen op te schrijven. Maar van deze platen wordt verteld dat ze zijn uitgehakt uit de rotsen. Dat duidt er op dat de teksten die erop staan heel bijzonder zijn. In een tijd dat weinig mensen konden lezen of schrijven was het al heel bijzonder als er íets werd opgeschreven. Extra bijzonder is het, als je daarvoor de meest lastige methode kiest: letters één voor één inkrassen of graveren op een harde steen. Zo’n tekst kan tegen een stootje. Die woorden staan er duurzaam op. Ze staan er in principe op voor eeuwen, ja voor altijd. Hoe deze stenen platen er precies uit hebben gezien, wordt ons niet verteld. Meestal worden ze afgebeeld zoals Rembrandt het doet: als een rechthoekige steen met een ronde bovenkant. Hoe groot ze precies waren, staat ook niet in de Bijbel. Een Joodse rabbi zegt het te weten: de stenen platen zijn 6 handbreedtes lang en zes handbreedtes breed. Dan zouden het dus twee grote stoeptegels zijn van om en nabij 50 bij 50 centimeter. Vierkant dus – dat is de perfecte, de volmaakte vorm. Want ‘volmaakt’, ‘perfect’ zijn de woorden die erop staan. Het zijn namelijk woorden, die rechtstreeks van God komen. Hemelse woorden.
In de Bijbel wordt verteld dat de Eeuwige Zelf deze woorden op de stenen schreef. Met zijn vingers. Dat is een bijzondere, zeldzame uitdrukking. Gods handen duiden zijn macht aan. Gods vingers drukken zijn creativiteit uit. Met zijn vingers heeft God als een kunstenaar de sterrenhemel geschapen, zingt Psalm 8. Met zijn vinger heeft Hij mensjes gevormd in de baarmoeder, zingt Psalm 139. Vingers duiden op Gods wonderbaarlijke artistieke kwaliteiten. Op zijn ‘fingerspitzengefühl’. Met Zijn tien vingers heeft Hij de tien woorden geschreven. Voor elke vinger één. Zoals een schilder met zijn penselen heeft de Eeuwige de geboden op de stenen geschilderd.
De vraag of je dat letterlijk moet opvatten is dan helemaal overbodig. Het duidt aan, dat deze tien leefregels rechtstreeks bij God vandaan komen. En niet alleen de tien leefregels. Volgens Joodse traditie kreeg Mozes op de berg niet alleen deze woorden in steen gegrift mee. Hij kreeg gedurende de tijd dat hij ‘boven’ was nog veel meer te horen. Hij was er niet voor niets 40 dagen en nachten. Naderhand nog eens 40 dagen en nachten. Al die tijd kreeg hij de hele bijbel ingeprent. Meer nog: ook de hele mondelinge overlevering van alle eeuwen daarna.
De tien woorden op de twee stenen platen vormen de kern van de zaak. Dit is de grondwet. Hierop is alles gebaseerd. De rest is uitwerking. Het zijn de woorden van het verbond, dat God met zijn volk sluit. En dat is sowieso al een enorme bron van vreugde. Dat God een verbond wil sluiten met de mensen. De Machtige, eeuwige, onsterfelijke HEER, Schepper van hemel en aarde verbindt zich aan een groepje zwakke, nietige, aardse vluchtelingen. Hij belooft dat volkje te beschermen en te zegenen. Hij vraagt van hen om zich aan Zijn weldadige regels te houden.
De twee stenen platen worden in de Joodse traditie regelmatig vergeleken met een huwelijkscontract. ‘Platen van de getuigenis’ worden ze genoemd. Daarom zijn het er ook TWEE. Het zijn de twee stille getuigen van Gods huwelijk met de bruid van zijn verbond.
Maar helaas: dat bepaalt ons direct bij de ontrouwe echtgenote. De tweede grote verhaallijn binnen het Bijbelgedeelte van vandaag vertelt over het gouden kalf. Het volk aan de voet van de berg maakt een gouden stier. Het begint die als god te vereren. Daarmee wordt de eerste de beste twee leefregels direct al met voeten getreden: ‘1 Vereer naast mij geen andere goden. 2 Maak geen godenbeelden’. Terwijl de HEER nog met Mozes bezig is, gaat het al mis. Bij wijze van spreken nog voor de inkt van het huwelijkscontract droog is, gaat de bruid al vreemd. Mozes wordt naar beneden gestuurd ‘Daal af, ga terug naar beneden’, spreekt de HEER. En Mozes gaat de berg af. Als hij het overspelige volk voor ogen krijgt, ontsteekt hij in toorn. De woede van de HERE God Zelf, zet ook Mozes in vuur en vlam. ‘Woedend smijt hij de platen aan de voet van de berg aan stukken’. ‘Aan de voet van de berg’ – uitgerekend de plek, waar het verbond 40 dagen terug was gesloten. Bij wijze van spreken: in de trouwzaal, waar de bruid volmondig ‘ja’ heeft gezegd. De woede van Mozes is de woede van de bruidegom, die zich bedrogen voelt.
Maar er is meer. In het Bijbelverhaal lezen we dat Mozes zich niet alleen aan de kant van God stelt. Hij verschuilt zich niet achter de HEER en Zijn toorn. Hij springt er juist voor. Hij springt voor zijn volk op de bres. Hij pleit voor Israël. Mozes smijt de twee stenen platen kapot voor de ogen van het volk. Hij zegt daarmee: ‘Het verbond is verbroken. Het huwelijk is aan diggelen’. Maar het is meer dan woede, wat Mozes drijft. Volgens de Joodse overlevering is zijn daad ook een slimme actie. Want als er geen geboden is, is er ook geen overtreding mogelijk. Wat niet weet, wat niet deert. Als er geen wet bestaat, kun je ook niet gestraft worden. Als er geen huwelijkscontract is, is er geen huwelijk. Juist door de stenen kapot te smijten, voorkomt Mozes het ergste. En als we nu zouden denken dat de Eeuwige Zelf deze slimmigheid van Mozes afkeurt, hebben we het mis. Een andere Joodse overlevering vermeldt dat de letters op de stenen platen één voor één loslaten. Als Mozes het gezang van het overspelige volk hoort en het dansen rondom het gouden kalf ziet, keren de tien woorden terug naar hun Maker. De HEER neemt het Mozes niet kwalijk dat hij de stenen platen stuk smijt. Integendeel. Hij prijst Mozes om deze daad. Omdat er zó, later, na boete en omkeer, een nieuwe kans mogelijk is. Omdat de HERE God Zelf niet toornig blijft, maar graag vergeven wil. Zoals de profeet Jesaja het zegt: ‘In laaiende toorn verborg Ik mijn gelaat voor je, slechts één ogenblik, maar Ik zal mij weer over jou ontfermen met eeuwigdurende liefde’.
De HEER, God van Israël, die ook onze God wil zijn, is een liefdevolle en barmhartige God. Hij wil zich graag over ons ontfermen. Hij wil de verloren zoon heel graag weer in zijn armen sluiten. Hij wil zelfs de overspelige echtgenote weer een nieuw begin van liefde aanbieden.
En dat gebeurt: er worden twee nieuwe stenen platen gemaakt. Opvallend genoeg gebeurt dat nét even anders dan de eerste keer. De eerste platen waren door de HEER Zelf geproduceerd en Zelf beschreven. Het was 100% goddelijk maatwerk. Voor het tweede stel platen krijgt Mozes de opdracht: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige’. Mozes maakt de platen; de HERE God schrijft er de Tien Woorden op’. Fifty – fifty. Samenwerking tussen God en mens. Het is een gezamenlijk project. En dat is veelzeggend. Ook voor ons. We moeten namelijk niet denken dat normen en waarden ons van boven worden opgelegd. Alsof de HEER een dictator is met een paar onmogelijke regels om onze vrijheid in te perken. Nee, de Eeuwige wil Zijn werk niet zonder mensen doen. We worden ingeschakeld. We mogen zelf op basis van de grondwet van Tien Woorden ons leven inrichten. Onze maatschappij besturen, onze wereld beheren. Want God wil niet zonder mensen zijn. Hij wil het samen met ons doen. Daarom zijn er ook twee stenen platen: God en mens, hemel en aarde, deze wereld en de toekomende wereld – ze horen bij elkaar.
Als het tweede paar stenen platen gereed is, daalt Mozes weer af naar het volk. Als de ark van het verbond klaar is, worden ze daar in gelegd. Zo dicht mogelijk bij de HEER. Als het ware aan Zijn voeten. Joodse traditie vertelt wat Mozes doet met het eerste paar stenen platen. Hij raapt alle scherven op. Hij stopt ook die veilig in de ark. De stille getuigen van menselijke zonde, de brokstukken van ons schuldig leven – ook die leggen we neer aan de voeten van de HEER.
Zo mogen wij als volgelingen van Jezus, die onze Messias is, onze schuld brengen naar de voet van het kruis. Daar bidden wij om verzoening, vergeving, een nieuwe kans, een schone lei. Daarna gaan we samen met God weer aan het werk. Om in deze wereld God lief te hebben en onze naaste als onszelf. Om de Eeuwige vrolijk te loven met ons hart in vuur en vlam.