De HEER is koning
Kerkdienst zondag 23 november 2025, 18.30 uur
Laatste zondag kerkelijk jaar
Het Centrum te Nijverdal
Lezingen: Psalm 93 & Marcus 4:35-41
“De HEER is koning” (Psalm 93)
Bij het horen van deze Psalm zou ik je mee moeten nemen. We zouden een plek moeten zoeken, waar deze Psalm het beste tot zijn recht komt. Zodat de woorden dichterbij komen. Het zijn namelijk woorden uit oude ver vervlogen tijden. Woorden die het gevaar lopen op een afstand te blijven. Een andere tijd, andere cultuur, ander wereldbeeld.
We zouden er dus over kunnen denken om eerst eens even in Den Haag langs te gaan. Bij Paleis Huis ten Bosch, waar onze koning en koningin wonen. De Psalm gaat namelijk over een koning. ‘De HEER is koning’, luidt de openingszin. We zouden een kijkje kunnen nemen in het koninklijk paleis van onze eigen koning. We kunnen hem wellicht opzoeken in zo’n prachtige statige kamer van dat paleis. Daar zouden we de woorden van Psalm 93 nog eens laten klinken. ‘De HEER is koning, met hoogheid is Hij bekleed’.
Ach, je voelt het al aan: een tripje Den Haag zal ons niet helpen. Sowieso is onze koning slechts bij zeer uitzonderlijke gelegenheden ‘bekleed met hoogheid’. Onze koning draagt de hermelijnen koningsmantel alleen bij zeer speciale gelegenheden. Voor de rest kleedt hij zich netjes, soms deftig maar nooit bijzonder. Wij willen dat ook. Een koning moet vooral ‘gewoon’ zijn. Geen pracht en praal. Hij moet ook zo gewoon mogelijk met mensen omgaan. Dan is hij op zijn best. Wij houden niet van koningen op verheven tronen. Paleizen hoeven voor ons niet té riant te zijn. We moeten het met zijn allen betalen, nietwaar? Onze koning moet zich ook keurig aan de regels van de democratie houden. Anders heeft hij een probleem. Dus staan de troon en de toon van Psalm 93 ver bij ons vandaan. Den Haag helpt ons niet verder. Dus zoeken wij een beter plekje om Psalm 93 te begrijpen.
Misschien beter dat ik je meeneem naar het strand. Een strand, ergens aan de Nederlandse kust. En dan hopen op een stevige wind: windkracht 10 ofzo. Met onze kop beuken we tegen de wind in als we naar de vloedlijn lopen. Met onze ogen zien we golven met grote schuimkoppen op ons afrollen. Met onze oren horen we het donderend geraas, waarmee ze stuk breken. Dan beginnen we in elk geval iets te begrijpen van deze Psalm. We raken onder de indruk van dat, waar Psalm 93 van onder de indruk is. De Psalm laat het als het ware horen, hoe de golven aan komen rollen. Hoe ze kapotslaan en zich weer terugtrekken. “De stromen verheffen, de stromen verheffen hun stem, luid verheffen de stromen hun stem”, zingt de Psalm. We zien de golven naar het strand rollen. De ene golf volgt de andere op. Dat rolt maar door. Eb en vloed wisselen elkaar af. De zee trekt zich terug. De zee komt weer opzetten. Golf na golf beukt op het zand. Ze rollen maar aan. Ze rollen naar je toe. Ze trekken zich weer terug. Zoals de golven van de tijd. Dag en nacht. Maand na maand. Jaar na jaar. Met de ijzeren wetmatigheid van de klok worden we op golven van de tijd meegedragen. Uren, dagen, maanden, jaren vliegen voorbij. Dat gaat maar door. Je verandert er niets aan. Je kunt de tijd niet stilzetten.
Ja, aan de kust komen we vast en zeker onder de indruk van dat waar Psalm 93 van onder de indruk is. Wetmatigheid, standvastigheid van het leven. Het evenwicht van dag en nacht. Licht en duisternis. Opgaan, blinken en… verzinken.
Eerlijk gezegd worden we er niet vrolijk van als we blijven staren naar de golven van de zee. Grote kans, dat we er moedeloos van raken. Machteloos en hulpeloos. Tegen natuurgeweld kunnen we niet op. Tegen stormgebruis zijn we kansloos. Tegen hoge golven zijn we niet bestand. De gevolgen van klimaatverandering en bijbehorende zeespiegelstijging maken ons bezorgd. De zee komt en neemt. Want ‘zee’ is majestueus, maar levensgevaarlijk. In de Bijbel staat ‘zee’ symbool voor alles, wat ons bedreigt. Het is een ander woord voor alle angstaanjagende dingen, die als een zondvloed, als een tsunami over ons heen rollen. ‘Zee’ is de doodsmacht. Als klein mens ben je er uiteindelijk machteloos tegen.
Uit het evangelie lazen we, dat de leerlingen van Jezus in de boot zitten op het meer van Galilea. De stormwind loeit om hen heen. Ze dobberen op de ondergang af. Dat meer van Galilea is niets vergeleken met een oceaan. Toch kan het ook daar flink spoken. Als tegen de avond de harde wind opsteekt, kun je beter zo snel mogelijk de veilige oever zien te bereiken. Anders ben je een speelbal van de golven en reddeloos verloren. Het kan niet anders dat de leerlingen van Jezus op dat moment aan Psalm 93 hebben gedacht. Aan “stromen, die hun stem verheffen”. Het geraas van wijde wateren en machtige baren der zee.
Maar, luister, daar bovenuit, ja echt daar bovenuit klinkt de stem van de HEER. Jezus, die roept: ‘Zwijg, wees stil!’.
Want, ja, Psalm 93 is geen weemoedig lied, dat alleen maar onze kleine kracht tegenover de grote machten om ons heen bezingt. Het is uiteindelijk een zeer hoopvol lied. Een lied, dat ons moed geeft. Moed om verder te gaan. Hoop om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Het verhaal van de zee en haar bruisende branding is slechts het halve verhaal. De dichter van Psalm 93 blijft niet staren naar de golven. Hij richt zijn blik omhoog. Hij kijkt naar boven. Boven de golven, boven de zee ziet hij de troon van zijn verheven Koning. De troon van God. In zijn wereldbeeld was die troon misschien wel letterlijk BOVEN te vinden. Toch neemt hij ons niet mee tot boven de wolken. Nee, hij gaat met ons naar een ander plek op aarde.
Niet naar een koninklijk paleis. Niet naar een strand met woeste branding. Van de oever van de zee reist hij met ons naar de Heilige stad, Jeruzalem. Hij gaat naar de berg Sion en beklimt de trappen van de tempel. ‘Het huis waarvan heiligheid het sieraad is’, noemt hij het poëtisch. Het heiligdom met als kern: het Heilige der heiligen. In dat Heilige der heiligen staat de Ark, die geldt als troon van God. Daar woont de Koning. Boven de Ark van het verbond. In die Ark, je weet wel, liggen de stenen tafelen. Met de tien Woorden, die God via Mozes heeft gesproken. Gods betrouwbare uitspraken. Leefregels van de koning, waarop je je leven kunt bouwen. Niet met macht, niet door geweld, maar met weldadige wetten regeert deze Koning de wereld. Niet met ijzeren vuist, maar met de kracht van Zijn liefde voert de HEER zijn bewind. Daarbij maakt Hij graag gebruik van mensen, van Zijn dienaren. Vanuit het hemels paleis verspreidt zich Zijn heiligheid over de aarde. ZO is Hij onze Koning.
En wij? In een koninklijk paleis worden we niet veel wijzer. Aan het strand komen we onder de indruk van de machtige Schepping, maar voelen we ons hulpeloos en reddeloos verloren. Naar Jeruzalem en zijn tempel hoeven we ook niet meer af te reizen. De tempel staat er niet meer. De Here God daalde In Zijn Zoon uit de hoge hemel naar ons af. Niet als een verheven koning, ‘bekleed met hoogheid’. Hij kwam als een gewoon mens in ons midden. Hij woont nu met Zijn Geest onder ons. Ja, ook in ons midden. Daarvoor hoeven we niet op reis. We zitten hier goed. Hier in dit kerkgebouw. Of ook thuis, verbonden met dit kerkgebouw. Hier staat zijn troon, hier woont Zijn Woord. Hier spreekt de Koning ons toe.
Hier sprak Hij ons toe in het afgelopen kerkelijk jaar. Volgende week beginnen we weer opnieuw aan Advent. Via kerst naar Pasen tot Pinksteren. Zondag na zondag. Week na week. We horen hier woorden, die we nergens anders horen. Boven de stormen van de wereld horen we de stem van Immanuel ‘God met ons’ en “Ik zal er zijn”. Telkens weer stilt Jezus de stormen van ons leven. Hier troost Hij ons in ons verdriet. Hier geeft Hij ons hoop in bange dagen. Hier wijst Hij ons de weg met Zijn geboden.
De HEER is Koning. Als Hij onze koning is, mogen wij Zijn dienaren zijn. Aan ons de roeping om als kinderen van de Koning te leven. Als prinsen en prinsessen. Als onderdanen van Gods koninkrijk. Bekleed met de koninklijke waardigheid van Gods liefde. Anderen troosten, bijstaan, moed inspreken. Doen wat onze koning ons te doen geeft. Gedreven door Zijn gerechtigheid en Zijn barmhartigheid.
Als wij met Hem op weg gaan, zal Hij over ons waken. Bulderende machten komen tot bedaren door Zijn stem. Geen zee te hoog. Geen graf te diep.
.jpg/picture-200?_=19ab17796d8)
.jpg/picture-200?_=19ab1779489)
.jpg/picture-200?_=19ab1779236)
.jpg/picture-200?_=19ab1778fcf)
.jpg/picture-200?_=19ab1778d6b)

