Zoals een vader...
Kerkdienst 25 juni 2023 - vaderdag
Het Centrum Nijverdal
Het is vandaag vaderdag. Voor veel mensen een feestelijke gezellige dag. Een dag om iemand – je vader - in het zonnetje te zetten. Een dag om zelf – als vader – in het middelpunt van de belangstelling te staan. Kleine kinderen maken op school een leuk werkje dat ze op zondagmorgen aan hun lieve vader aanbieden. Oudere kinderen kopen een lekkere reep chocola, een zak drop of iets voor onder de douche voor hun vader.
Voor veel mensen is vaderdag helaas ook een beladen dag. Zoals voor Suzanne. Suzanne heeft geen vader meer. Al heel lang niet meer. Haar vader heeft ze al jaren in herinnering. Goede herinnering, dat gelukkig wel. Dat kan natuurlijk ook anders zijn. Dat je slechte herinnering hebt aan een slechte vader. Of helemaal geen herinnering, omdat je je vader nooit bewust gekend hebt. Suzanne was dertien, toen haar vader overleed. Een jaar of dertig is dat geleden inmiddels. De herinnering aan hem is vervaagd, maar zeker niet verdwenen. Vergeten zal ze hem niet. Nooit. Op vaderdag steekt ze steevast een kaarsje voor hem aan. Ze bekijkt een paar mooie foto’s waar hij op staat. Dan komen naast de tranen ook de mooie herinneringen weer naar boven. Vader overleed na een kort ziekbed. Suzanne was pas begonnen op de middelbare school. Op de drempel van de puberteit stond ze. Ze denkt ook nog wel eens terug aan de conflicten en ruzies die ze thuis met papa had. Een meisje van 13 laat zich natuurlijk niet meer alles gezeggen door haar ouders. Maar de goede gedachtenis overheerst. Veruit.
Op weg naar de volwassenheid miste Yvonne haar vader gruwelijk. De band met mama was en bleef gelukkig opperbest, maar papa was onvervangbaar. Hij gaf een heel andere dimensie aan haar bestaan. Hij was voor haar een steunpilaar. Een rustpunt. Soms een boksbal om tegenaan te meppen of te schoppen. Dus het gemis woog zwaar. Tot op de dag van vandaag komt dat boven. Zeker op zo’n vaderdag…
In de Bijbel wordt God vaak Vader genoemd. Dat weten we. We kennen de gelijkenis van de verloren zoon met zijn vader. We bidden het Onze Vader. We zingen straks een Psalm over God de Vader. De Bijbel weet van vaders. Van goede vaders, maar ook van slechte vaders. Maar de HERE God is de beste Vader. De hemelse Vader. Zo’n Vader als alle vaders zouden moeten zijn. Een vader die je ieder kind zou toewensen.
Misschien nog meer dan over vaders, spreekt de Bijbel over herders. Goede herders, slechte herders. God als herder is een beeld dat in die tijd natuurlijk direct aansprak. Een herder met schapen trof je bij wijze van spreken bij jou om de hoek van de straat. Het wemelde van de herders in het bergland rondom Jeruzalem en Bethlehem. Maar ook op de groene heuvels rondom het meer van Galilea waren ze genoeg te vinden. Wij kennen dat niet meer. Onze kennis van het herdersleven beperkt zich tot de schaapskuddes op de Sallandse heuvelrug of het Wierdense Veld.
In het oud-oosterse leven was een kudde met een herder hét voorbeeld voor een groep mensen en hun leider. Elke oosterling wist van goede en slechte herders. In het gezin, in de familie, in de stam, voor het volk. De politieke en religieuze leiders werden met herders vergeleken. Profeten hekelen de herder die alleen aan zichzelf denkt. Voor wie de kudde alleen maar een middel is om er zelf beter van te worden. Jezus heeft het over huurlingen die geen herder zijn. Ingehuurde knechten voor wie herder zijn een makkelijke manier is om geld te verdienen. Zo heb je slechte politieke en geestelijke leiders. Koningen, keizers, stadhouders, die hun ‘kudde’ uitbuiten. Priesters, Schriftgeleerden en Farizeeërs die alleen aan zichzelf denken. Ze laten de hun toevertrouwde schapen aan hun lot over. Het volk is een herderloze kudde geworden. De onderdanen zijn schapen zonder herder.
Als Jezus een grote menigte mensen op zich af ziet komen, schiet Hem dat Bijbelse beeld te binnen. Schapen zonder herder. Het zijn er veel. Een mensenmassa. Het zijn zieke mensen, mensen met een beperking of met een psychische stoornis, die op Hem afkomen. Zij zoeken genezing. Maar het zijn ook mensen die zich door Jezus’ woorden aangesproken voelen. Zich gekend weten. Uit alle hoeken en gaten komen ze op Hem af. Het lijkt op wat het lied zingt dat we zojuist gezongen hebben: ‘Iedereen zoekt U, jong of oud, speurend langs allerlei wegen: kronkelig, vreemd of recht, vertrouwd – meester, waar kom ik U tegen’. Ze zoeken Jezus en Jezus vindt hen ‘moe van zichzelf en zonder kracht, dorstend naar liefde en zegen’. Dat zoeken ze: liefde en zegen. Genezing van hun kwalen, bevrijding van boze geesten en vooral: liefde en zegen. Ze zoeken, zoals Jesaja 12 het zegt, ‘water uit de bron van de redding’. Ze zoeken een Redder. Iemand die zich hun lot aantrekt. Ze zoeken een leidsman, een gids op het levenspad. Ze zoeken als schapen naar een herder.
Want schapen zonder herder? Die komen onherroepelijk in de problemen. Die raken ‘uitgeput en hulpeloos’, zoals dat heet in onze tekst. Voor ‘uitgeput en hulpeloos’ staan in de Bijbelse taal twee scherpe woorden. Voor ‘uitgeput’ staat in het Grieks zo iets als ‘gevild’, ‘ontveld’. Het werkwoord wordt gebruikt voor de leerlooier, die het vel van een beest afstroopt. In het beeld van de herder en zijn schapen gaat het dus om wrede schaapscheerders. Lieden die niet alleen de wol van een schaap afscheren, maar ook de huid ervan afschrapen. Auw, pijnlijk dus. Zo zijn de mensen die op Jezus afkomen – gebutst, gekwetst en geschaafd. Behandeld als beesten of erger dan dat. Want voor ‘hulpeloos’ gebruikt Matteüs een woord dat wellicht nog harder klinkt. ‘Weggeworpen’ staat er letterlijk. Achteloos aan de kant gegooid als minder dan de beesten. Als voorwerpen, die geen leven hebben. Een stuk oud vuil. ‘Gevild en weggesmeten’ door de herders van hun tijd. En dat is helaas niet beperkt tot ‘hun tijd’. Ook in onze tijd hoor je veel mensen klagen over falende herders. Wereldleiders die hun eigenbelang of hun eigen roem nastreven. Dictators die hun onderdanen soms bijna letterlijk ‘villen en wegsmijten’. Politici die uit eigen belang aan het pluche geplakt zitten. Leiders, voor wie mensen geen mensen zijn, maar nummers, stemvee of zelfs slachtvee. Managers en directeuren voor wie mensen tot willoze voorwerpen worden, die je kunt gebruiken. Als je ze niet meer nodig hebt, worden ze achteloos aan de kant gesmeten.
‘Gevild en weggesmeten’, ‘uitgeput en hulpeloos’ - Zo zijn de ‘schapen zonder herder’, zonder goede, echte herder eraan toe. Ze komen met drommen tegelijk op Jezus af. Jezus krijgt Jezus medelijden met hen. Daar staat in de Bijbeltekst weer zo’n typisch treffend woord. Er staat zo iets als dat ‘zijn ingewanden rommelden’. Zijn maag rammelt. Zijn lever speelt op. Zijn nieren draaien zich om in zijn lijf. Jezus raakt tot op het bot bewogen. Zoals een goede herder. Misschien voor ons duidelijker gezegd: als een barmhartige vader. Want voor een vader spreekt dat vanzelf of zou dat vanzelf moeten spreken. Een goede vader laat zijn hart spreken. Een echte, goede vader, heeft medelijden. Hij lijdt met zijn kinderen mee. Die voelt de pijn, het verdriet, het gemis van zijn kind. Als dat van zichzelf.
Zo is Jezus, Gods Zoon. Zo is God, de Vader. Diep bewogen over zijn kinderen. Dat wil trouwens niet zeggen dat een goede vader altijd lief en aardig is. Een goede vader kan soms goed kwaad worden. Wie echt van een ander houdt, kan flink boos op iemand worden. Het laat hem niet koud als een kind de fout ingaat. Dan gaat het bloed koken. Maar woede is nooit het laatste. ‘U bent woedend op mij geweest, maar uw toorn is geweken U troost mij’, schrijft Jesaja in zijn lied.https://sites.slimon.nl/.cm4all/uproc.php/0/.18%20juni%20(3).jpg/picture-400?_=188cd367840
Zo is Jezus de goede Herder en als Zoon van de Vader, onze beste Vader. Hij is bewogen met ons. Hij staat klaar om ons te redden. Het kostte Hem zijn leven. In zijn voetspoor mogen wij zelf goede herders, goede vaders en goede moeders zijn. De Herder roept ons op om zoals Hij bewogen te zijn. Met uitgeputte en hulpeloze medemensen. Hij kan het niet alleen. Hij wil het niet alleen. De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Altijd té weinig. We mogen voor elkaar een herder, een vader, een moeder, een medemens zijn. In de politiek, in de kerk, in vriendenkring, familie of gezin.
Suzanne viert vandaag ook vaderdag. Ze denkt met verdriet terug aan haar vader. Maar met heel veel genoegen denkt ze vandaag ook aan haar eigen kinderen. Als die haar man, hun vader komen verrassen. Of als ze zelf, op hun beurt verrast worden door de liefde van hún kinderen, haar kleinkinderen. Ouderliefde. Als prachtig beeld van de allergrootste liefde die er bestaat: de Vaderliefde van de God van liefde en genade.