Website ds. Hans van Dalen

PREDIKANT TE NIJVERDAL

Gaan voor Go(u)d

Kerkdienst 9 juli 2023 De Regenboog
David, Joep, Thijmen en Waut maken de overstap van kindernevendienst naar jeugdkerk

Lezingen: Deuteronomium 6:4-9 en 1 Korintiërs 9:24-27

 

Vandaag doe ik maar eens even een ander pakkie aan. Geen statige toga, niet netjes ‘strak in het pak’ maar het trainingspak. Beter gezegd: het trainerspak. Ik voel me nu even niet jullie dominee, maar – gezien het onderwerp – meer: jullie trainer. Eigenlijk is dat elke week, elke zondag een beetje zo. Als ik of één van mijn collega’s hier of in een andere kerk sta. Dan is hij of zij eigenlijk ook een soort trainer. Dus stel ik me vandaag maar even voor als trainer-coach. Niet van DES, SVVN of De Zweef, maar van de roemruchte sportclub PG Nijverdal, waarvan ík de trainer-coach mag zijn!

Paulus vergelijkt geloof met sport. Met een atletiekwedstrijd of een bokspartij. In zijn tijd bestond voetbal nog niet, maar anders had hij daar vast en zeker ook aan gedacht. Geloof is als sport. Geloven is sport. Je kunt zelfs wel zeggen, zeker in onze tijd: geloven is ‘topsport’! Want geloven in God – dat komt je niet zo maar aanwaaien. Daar moet je wel wat voor doen! Daar moet je wat voor over hebben. Dat kost zweetdruppeltjes! Daar moet je dus als je het goed wilt doen en als je er beter in wilt worden voor trainen. Daarvoor zijn we hier. Om te trainen…
Ja, om te trainen… Want nu moet ik eerst even een hardnekkig misverstand uit de weg ruimen. Hier in de kerk spelen we geen wedstrijd. De kerk is geen stadion of arena. De kerk is geen hoofdveld met tribune. Hier kom je niet om als toeschouwer onderuit gezakt te zitten om te zien hoe anderen het ervan af brengen (de dominee, de organist, de ouderlingen). We zitten hier niet in de Grolsch Veste of in het Olympia Stadion te München.

Nee, de kerk is oefenruimte. Hier in de kerk moet geoefend worden. Hard getraind! De kerk lijkt op het krachthonk met de fitnessapparaten, waar je je spieren flink aan het werk moet zetten om ze sterker te maken. De kerk is als een trainingsveld, waar je rondjes moet lopen om de conditie te verbeteren. Waar je eindeloos balletjes naar elkaar over moet schoppen of slaan. Waar je tot vervelens toe moet aanhoren, wat je fout doet. Om het daarna weer te proberen.
Hier in de kerk moet je oefenen om straks BUITEN de kerk de wedstrijd te spelen. Ik bedoel: soms zegt men wel eens: “Geloven? Dat doe je in de kerk!” Nou, dat klopt dus voor geen meter! Geloven? Dat doe je elke dag, dat doe je buiten op straat, dat doe je in huis van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Geloven - daar sta je mee op en daar ga je mee naar bed. Dat doe je op school, thuis, op het sportveld, op de muziekvereniging. Noem het allemaal maar op! Het geloof bepaalt je hele leven – als het goed is. Daarom is geloven juist zo moeilijk! Daarom is geloven TOPsport!

En voor TOPsport moet je trainen. Anders wordt het niet wat. Vandaar die ‘sportscholen voor het geloof’: het kerkgebouw. Er zijn speciale cursussen voor verschillende niveaus: kindernevendienst (voor JO12 of MO-12), jeugdkerk (voor JO-17 of MO-17), catechese, Bijbelkringen, gespreksgroepen. Misschien niet altijd leuk om erheen te gaan, maar wel nodig! Vandaar de training. Vandaar ook dat er trainers zijn! Die les geven in het geloof… Zoals ik: nou ja, trainer… Natuurlijk is het de bedoeling, dat ook ik zelf aan de wedstrijd van het geloof meedoe… Ik ben ‘speler-coach’… Maar vandaag ben ik even de coach…
En wat ik jullie mee wil geven op deze trainingen hier in de kerk, kun je  onthouden met drie letters van het woordje SIM! S, I, M – de S van spelregels; de I van inspiratie; de M van motivatie! In de kerk krijg je elke week een beetje SIM-only!

S - De spelregels van het geloof nemen we door. Dat zijn de regels, hoe je om moet gaan met elkaar en met God. Teveel om ze allemaal op te noemen, maar simpel gemaakt in tien geboden (niet doden, niet stelen, niet jaloers zijn… noem ze maar op…). NOG simpeler gemaakt in die twee gouden regels: 1. God liefhebben boven alles 2. De medemens liefhebben als jezelf. God, de ander en jezelf liefhebben. Daar trainen we voor! Dat is de S van SIM…

I - Verder hopen we hier inspiratie op te doen. De I staat voor inspirerende voorbeelden. Je hoort de verhalen van alle andere mensen, die de sport van het geloof hebben beoefend. Abraham bijvoorbeeld, die zo maar zijn land verliet, toen God hem riep. Mozes, die na een beetje tegensputteren, naar Egypte trok om de slaven te bevrijden. David, die met een paar kleine steentjes en een heel groot geloof kampioen werd door de reus Goliath te verslaan. Niet te vergeten Paulus die er alles voor deed om anderen blij te maken met het evangelie. De Bijbel staat vol van inspirerende voorbeelden voor menig inspirerend trainingsuurtje…

M -  Tenslotte is er de M van motivatie.  Motivatie – dat is: in beweging gezet worden. Een duw in de rug krijgen. Over een dood punt heen geholpen worden. Zodat je weer weet, waar je het voor doet. Dat doen we hier samen: samen zingen, samen bidden. Daar raak je door ge- motiveerd. Met Gods Geest in de rug, met Zijn zegen ga je weer naar huis. Om de wedstrijd van het geloof voor te zetten.

Denk nou niet: dat is niks voor mij. Voor deze tak van sport ben ik niet goed genoeg voor… Voor de sport van het geloof heeft iedereen meer dan genoeg talent. Het is ook net als bij de Olympische spelen: meedoen is belangrijker dan winnen. Of beter gezegd: meedoen IS winnen. Je kunt gewoon niet verliezen. Als je meedoet, heb je altijd prijs! Een onvergankelijke erekrans, die niet meer kapot gaat. Echt wat je noemt: eeuwige roem. Als je leeft met God ben je nooit een loser, altijd een winnaar. Ga je voor God, dan ga je voor goud!